COLUMN – De regering bepaalt als alleenheerser wanneer een einde aan de coronadictatuur komt.
Op dinsdag 13 oktober 2020 stemden de partijen van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, SGP en 50Plus met een ruime Tweede Kamermeerderheid voor de coronawet. Als enige van de regeringspartijen stemde ChristenUnie Kamerlid Voordewind tegen.
In tegenstelling tot wat minister Hugo de Jonge beweert lijkt de wet niet bedoeld om de maatregelen tegen bestrijding van het coronavirus een betere juridische basis te geven dan aan de hand van plaatselijke noodverordeningen. Hoe kan het anders dan dat afgelopen tijd vanuit de landelijke politiek vergaande maatregelen zonder enige rem genomen konden worden? Minister De Jonge wil dat de Eerste Kamer snel instemt met de coronawet, zodat het gelegitimeerd is om structureel met enkel wettelijke schijnweerstand grondrechten in te perken. Zodra de coronawet van kracht wordt komt er namelijk een zevende afdwingbare basisregel bij, ongeacht het risiconiveau waarin corona zich bevindt: draag een mondkapje in publieke binnenruimtes. Deze basisregel druist volledig in tegen het grondrecht artikel 11 uit de Nederlandse Grondwet: “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam”. Er is dan nog weinig schroom om grondrechten te schenden, zolang enige geloofs- of levensovertuiging maar buiten schot blijft.